Een veilige samenleving is een tevreden samenleving; een samenleving waar niemand iets tekort komt, waarin geen reden is voor onvrede, voor diefstal en geweld. Een utopie? Niet als we gas geven en inzetten op een slimme samenleving door slimmere toepassing van techniek en sensoren.
Er is werk aan de winkel. De verstedelijking neemt in snel tempo toe, de bevolking vergrijst en er zijn relatief minder arbeidskrachten. Unicef heeft in 2012 een kaart ontwikkeld waaruit blijkt dat de verstedelijking tot 2050 verdubbelt. Tegen die tijd woont 70% van de bevolking in de stad en in West Europa is dat zelfs 75%.
Met meer mensen op minder meters is het belangrijk om de zaken goed geregeld te hebben. Verhoogde bevolkingsconcentratie in de steden verplicht deze zich goed voor te bereiden. Dat vertaalt zich in actief beleid op het gebied van openbaar vervoer, infrastructuur, in de beschikbaarheid van informatie, snelle dataverbindingen, bevoorrading van winkels, restaurants en natuurlijk milieutechnische oplossingen.
Techniek speelt een belangrijke rol als we streven naar een veilige samenleving. Want hoe kunnen we voorkomen dat er tekorten ontstaan? Hoe kunnen we voorkomen dat vervoersbedrijven de stroom passagiers straks niet meer aankunnen? Dat mensen misgrijpen in de supermarkt en dat ouderen aan hun lot worden overgelaten?
Wereldwijd wordt in tal van steden geëxperimenteerd met Safe- en Smart City concepten. Met verlichting on demand bijvoorbeeld waarbij lichten op snelwegen en in parken feller gaan branden als voorbijgangers door sensoren worden opgemerkt. In uitgaansgebieden wordt geëxperimenteerd met rustgevende geuren en kleuren.
Zo bestaan er camera’s die kunnen tellen. Stel dat je deze inzet op busstations dan kan nog voordat een capaciteitsprobleem ontstaat worden ingegrepen. En denk eens aan de mogelijkheid van sensoren in koelkasten en in de schappen van supermarkten. Ze geven aan wat verkoopt, waardoor je eerder kunt gaan bevoorraden en mensen minder snel misgrijpen.
Investeren in techniek kan tekorten voorkomen. Daarnaast is het een middel om veiligheid te waarborgen. De bevolking vergrijst en er is minder zorg beschikbaar. Dat verplicht ons om onze ouders op afstand te verzorgen. Sensoren helpen daarbij. Neem drukmeters in bedden, sensoren in waterkranen, in besteklades en koelkasten: ze geven ons een ‘heartbeat’ en vertellen of onze ouders zijn opgestaan, hebben gegeten en gedoucht.
Techniek vervangt geen mensen. Wel kan de werkende populatie zich met behulp van techniek rustiger concentreren op het werk dat straks met minder handen moet worden gedaan. Ik ben er daarom van overtuigd dat we technische ontwikkelingen moeten omarmen en niet té bang moeten zijn voor Big Brother. Natuurlijk moeten we zorgen voor goede wetgeving en veilig beheer van onze data. Toch denk ik dat we vooral positief naar deze ontwikkelingen moeten kijken. ‘Big Brother is watching you, gelukkig maar!’