De georganiseerde misdaad in Europa is omvangrijker, flexibeler en gewelddadiger dan ooit. Dat blijkt uit het EU Serious and Organised Crime Threat Assessment 2025 van Europol. De dreiging komt vooral van netwerken die legale bedrijven, technologie en infrastructuur misbruiken voor illegale doeleinden. Voor organisaties is het rapport een wake-up call: beveiliging moet meebewegen: strategisch, datagedreven en geïntegreerd.
Het rapport schetst een verontrustend beeld. Zo’n 86% van de criminele netwerken in Europa maakt gebruik van legale structuren – bedrijven, logistieke ketens, financiële instellingen – om hun activiteiten te verhullen en op te schalen. Cyberaanvallen, documentfraude, witwassen, arbeidsuitbuiting en de smokkel van drugs, mensen en wapens zijn onderling verweven.
Deze netwerken zijn wendbaar, internationaal georganiseerd en technologisch goed uitgerust. Ze maken gebruik van encryptie, deepfakes, drones en social engineering, en deinzen niet terug voor geweld. Het aantal incidenten met automatische wapens en explosieven neemt toe in de hele EU. Ook in ogenschijnlijk stabiele gebieden zoals Nederland, dat in het rapport expliciet wordt genoemd als belangrijk knooppunt voor drugslogistiek en criminele infrastructuur.
Europol noemt deze ontwikkeling ronduit destabiliserend – een bedreiging voor zowel de economie als de samenleving. Volgens het rapport is georganiseerde misdaad alleen effectief te ontregelen door samenwerking: tussen landen, overheidsinstanties én het bedrijfsleven. Juist bedrijven spelen een sleutelrol bij het herkennen van misbruik en hebben baat bij beveiligingspartners die hun processen, mensen en systemen écht begrijpen.
Dat vraagt om samenwerking in de hele keten – van bedrijfsvoering tot operationele uitvoering. In sectoren waar ondermijnende criminaliteit tastbaar is, zoals logistiek en infrastructuur, bewijst een geïntegreerde aanpak nu al zijn waarde. Een recent praktijkvoorbeeld uit de Nederlandse havensector laat zien hoe effectieve samenwerking in de praktijk vorm krijgt.
Beveiliging is een strategisch instrument. Het is daarbij essentieel om verder te kijken dan traditionele maatregelen zoals toegangsbeheer, hekwerken of camera’s. In deze tijd draait het om veerkracht: weten wat er speelt, vroegtijdig herkennen wat afwijkt en tijdig kunnen schakelen. Intelligence, data-analyse en OSINT (open source intelligence) spelen hierin een steeds grotere rol.
Steeds vaker integreren organisaties fysieke beveiliging, digitale monitoring, crisismanagement en compliance in één overkoepelende strategie. Denk aan meldkamers die verdachte patronen vroegtijdig detecteren, beveiligers die getraind zijn in het signaleren van uitbuiting of witwaspraktijken en technische maatregelen die naadloos aansluiten op de bedrijfscontinuïteit.
Wat SOCTA 2025 vooral duidelijk maakt, is dat beveiliging contextgedreven moet zijn. Er is geen one-size-fits-all-aanpak. Een gedegen risico-inventarisatie is cruciaal, zeker voor sectoren als logistiek, energie, vastgoed, hightech en financiële dienstverlening, die elk op hun eigen manier kwetsbaar zijn voor criminele inmenging. We zien daarom steeds vaker een verschuiving van statische risicoprofielen naar dynamische risicobeelden: continu geactualiseerd op basis van interne signalen én externe dreigingsinformatie. Beveiliging verschuift daarmee van reactief naar voorspellend.
Het rapport van Europol laat er geen twijfel over bestaan: de dreiging groeit, verandert en nestelt zich in de haarvaten van onze economie. Voor organisaties betekent dit: risico’s opnieuw in kaart brengen en zorgen dat beveiliging een integraal onderdeel vormt van de bedrijfsvoering. Want wie vandaag geen zicht heeft op wat er echt speelt, kan morgen ongewild onderdeel zijn van een crimineel netwerk, zonder het zelf te weten.