Nooit meer een sleutel op zak, altijd je gegevens bij de hand en betalen in een handomdraai. Is er toekomst voor de onderhuidse chip? Naar aanleiding van onze poll ‘Chippen voor toegangscontrole?’ vroegen we de mening van piercer Tom van Oudenaarden, expert in het implanteren van de RFID/NFC chip bij mensen.
De piercer raakte in 2013 in de ban van de chip nadat biohacker Amal Graafstra hem vroeg deze bij mensen te implanteren. ‘Ik ben piercer en geen techneut, maar ik was gelijk enthousiast. Dit is de toekomst’, zegt hij.
Van Oudenaarden heeft in zijn Piercing Studio Utrecht inmiddels meer dan 500 chips geïmplanteerd en geeft regelmatig presentaties op beurzen en congressen. Zelf draagt hij vier chips in zijn lichaam. ‘Ik gebruik ze voor het openmaken van de voordeur, het starten van mijn motor en op een van de chips staat mijn elektronisch patiëntendossier.’
Het voordeel van een chip in je lijf? ‘Je kunt hem niet kwijtraken en je hebt maar één chip nodig om meerdere apparaten te besturen. Ik hoef geen verschillende sleutels meer bij me te dragen. Daarnaast is de toepassing voor professioneel gebruik interessant. Voor ICT- en beveiligingsbedrijven bijvoorbeeld. Met de juiste afleesapparatuur kunnen chips worden ingezet voor toegangscontrole.’
De technologie in de chips is dezelfde als waarmee bijvoorbeeld mobiele telefoons worden ingezet als betaalmiddel: Radio Frequency IDentification (RFID). Dat is een technologie waarmee op afstand informatie wordt opgeslagen en afgelezen, bijvoorbeeld van een chipkaart die gebruikmaakt van Near Field Communication (NFC), oftewel ‘draadloze dichtbij communicatie’.
De beste plek voor een chip is tussen de duim en de wijsvinger, in het zachte stukje vlakbij de spier bij het middenhandsbeentje, vertelt Van Oudenaarden. De risico’s zijn volgens hem klein als de chip wordt gezet door iemand met verstand van anatomie en wondgenezing. ‘De chips zitten in glas en zijn biocompatibel. Glas is loodvrij en geeft geen stofjes af aan het lichaam.’
De meest simpele chipjes zitten in een redelijk dikke naald, ongeveer 3mm. Van Oudenaarden: ‘Het enige dat ik doe is de naald op de goede plek in de hand injecteren. Vervolgens doe ik er een pleister op en is het belangrijk er niet aan te komen zodat het wondje kan genezen. Na vier tot zes weken is de chip ingekapseld.
De vraag of een chip mensen kwetsbaar maakt , vindt hij interessant. ‘Een chip geef je minder gemakkelijk af dan je sleutels als je wordt bedreigd. De vraag is hoever criminelen gaan. Halen ze daadwerkelijk een chip uit je hand om je auto mee te nemen? Dat gebeurt in Europa denk ik niet zo snel. Onder bedreiging iets moeten doen, zoals pinnen, gebeurt al, dus in dat opzicht maakt het niet zoveel uit.’
Hoewel Van Oudenaarden in de toekomst van de chip gelooft, denkt hij dat de toepassing op dit moment nog wel beveiligingsproblemen kan opleveren. ‘Het is nog niet veilig genoeg’, waarschuwt hij. ‘Hoewel er chips bestaan die lastiger zijn te kraken (DESfire) moet er aan de veiligheid van chips nog veel gebeuren. Het is jammer dat deze technologie nog niet is opgepikt door grote technologiebedrijven. Ik ben er sinds 2013 mee bezig, maar in feite staat de technologie nog in de kinderschoenen.’