Het soort brand bepaalt welk type brandblusser geschikt is. Er zijn waterblussers, schuimblussers, poederblussers en gasblussers. Zo zet u ze in.
Oftewel brandhaspels zijn ongeschikt om olie of benzine mee te blussen. Een waterblusser heeft in andere gevallen echter het voordeel dat er een onbeperkte toevoer aan water is om mee te blussen, omdat de brandhaspel aangesloten kan worden op het waterleidingnet. Wel kan water voor aanzienlijke restschade zorgen.
Dit soort brandblussers is geschikt voor kleine branden veroorzaakt door vaste en vloeibare stoffen. Ze nemen zuurstof weg door de brand af te dekken en het schuim geleidt (tot 1000V) geen elektriciteit. Schuimblussers hebben vaak een grotere bluscapaciteit in verhouding tot andere brandblussers.
Deze zijn met name geschikt voor het blussen van branden veroorzaakt door vaste en vloeibare stoffen en gas en elektriciteit. Poeder is een krachtig en relatief goedkoop blusmiddel. Wel zorgt het poeder voor aanzienlijke restschade. Het zout dat in het poeder zit heeft een bijtende werking en kan veel schade aanrichten aan elektrische apparatuur. Daarnaast kan het poeder alleen goed worden verwijderd met een industriële stofzuiger. Het is verstandig om te checken of uw verzekering de restschade dekt.
Gasblussers worden vooral gebruikt in bedrijven, omdat ze weinig tot geen schade geven aan de omgeving. Daardoor zijn ze ook geschikt voor elektriciteitsbranden. Het nadeel van dit soort blussers is dat de bluscapaciteit beperkt is en dat er bij het blussen in kleine ruimtes verstikkingsgevaar kan optreden. Dit doordat gas (CO2) de aanwezige zuurstof vervangt.
Onderhoud is van levensbelang. Weersomstandigheden en temperatuur kunnen een rol spelen, maar ook de leeftijd van een brandblusser. Zo kan een brandblusser na verloop van tijd druk verliezen en de inhoud van een poederblusser gaan klonteren. Laat uw brandblusser jaarlijks controleren, liefst door een gecertificeerd bedrijf.
Met een brandblusser kunt u niet zo lang blussen. Nader de brandhaard daarom zo dicht mogelijk. Het werkt het beste als u met korte stoten spuit, anders is de bus snel leeg. Richt niet op de vlammen, maar op het materiaal dat in brand staat.