Terreinbeveiliging op afstand: de detectiemethodes

Artikel
2 minuten leestijd

De voordelen van beveiliging op afstand zijn groot. Deze dienstverlening zorgt voor een verhoogd veiligheidsniveau en helpt incidenten, schade en valse alarmmeldingen voorkomen. In een reeks artikelen bespreken we verschillende toepassingen van beveiligen op afstand. In dit artikel bespreken we de techniek achter terreinbeveiliging op afstand.

Met terreinbeveiliging op afstand (remote perimeter protection) wordt een gebied op afstand gemonitord en beveiligd. Hoe gaat dit in zijn werk? ‘Om een gebied of terrein op afstand te beveiligen, moet er eerst goed bepaald worden wat er precies gedetecteerd moet worden’, zegt Eric Bartels, Product Manager bij Securitas. ‘Logisch, want in de ene situatie is de kans op diefstal groot, terwijl in de andere situatie extreme drukte een groot risico is. Denk bijvoorbeeld aan de organisatie van een evenement. Natuurlijk zijn er ook combinaties van verschillende detectiemethodes mogelijk.’

Terrein beveiligen op afstand

Maar waar wordt er nu precies naar gekeken bij perimeter protection? In het Grieks betekent peri ‘om’ en meter ‘maat’. ‘Perimeter’ verwijst dan ook naar de omtrek van een tweedimensionale vorm. Slimme camera’s gebruiken afwijkingen in dit profiel om een ongewone situatie te signaleren. Om de camera te laten alarmeren op het juiste moment, moet de camera ‘weten’ wat als afwijkend wordt beschouwd en hoe dit eruit ziet.

Bartels: ‘De analysesoftware is dusdanig geprogrammeerd dat deze zogenaamde metadata (informatie over gegevens zoals grootte, snelheid, aantal pixels, menselijke vorm, objectvorm, datum, tijdstip enzovoort) kan gebruiken om een afwijking te constateren en een alarm te triggeren. Zo kan bijvoorbeeld worden bepaald dat alleen ‘een menselijke vorm, in een specifiek gebied, na 18.00 uur, bewegend naar links’ voor een alarmtrigger moet zorgen. Een hond of een kat kan in dat geval ongehinderd het gebied doorkruizen zonder voor een alarmmelding te zorgen.’

Het kalibreren van de camera

De camera moet volgens Bartels te allen tijde (dus op elke afstand) een object herkennen. Om dit mogelijk te maken moet de camera heel precies worden ingesteld. Bartels legt uit: ‘We kijken echt door de camera. En dan wordt er allereerst een detectievlak vastgesteld. Op alle punten in dit detectievlak moeten de juiste objecten kunnen worden geïdentificeerd. Ook de variaties in afstand van het object tot de camera worden vastgelegd. Op deze manier herkent de software bijvoorbeeld ‘een naar links lopende persoon’ altijd als indringer, zowel op 10 als op 3 meter afstand. Het instellen van de camera op dit soort zaken heet ‘kalibreren’.

Andere artikelen in deze reeks: