IP-camera’s: De lens, essentieel voor de beeldkwaliteit

Artikel
2 minuten leestijd

IP-camera’s worden steeds vaker ingezet als effectief beveiligingsmiddel. IP-camera’s worden ook wel netwerkcamera’s genoemd die (bedraad of draadloos) gebruik maken van het Internet-Protocol. Het feit dat software aan de hand van de beelden veiligheidsanalyses kunnen maken, zorgt ervoor dat de inzet van IP-camera’s gestaag groeit. Bijkomend voordeel is dat de geavanceerde techniek in en achter de camera steeds betaalbaarder wordt. In een reeks artikelen zoomen we verder in op de techniek van een IP-camera. Dit artikel staat in het teken van de lens.

De lens van een IP-camera is eigenlijk het simpelste onderdeel van de camera – er komt verder geen geavanceerde technologie aan te pas – maar toch is het kiezen van de juiste lens zeer belangrijk.  Zo bepaalt de lens hoeveel van de omgeving wordt vastgelegd, controleert het de hoeveelheid licht die op de sensor valt en bepaalt het de scherpte van de beelden. Het is dan ook het belangrijkste onderdeel van een IP-camera als het om de beeldkwaliteit gaat.

Beeldvelden

Een IP-camera kan een normaal, telelens- en groothoekbeeldveld hebben. Welk beeldveld er te zien is wordt uiteindelijk bepaald door de brandpuntafstand van de lens. Een grote brandpuntafstand zorgt ervoor dat het beeld dichterbij wordt gehaald, maar er valt ook een groot gedeelte van het beeld weg. De keuze voor de juiste lens betekent dus meer dan het dichterbij halen van de omgeving die gefilmd wordt. Groothoek geeft bijvoorbeeld een brede hoek, maar ook een fisheye-beeldvervorming. Over het algemeen kan gesteld worden dat bij normale weergave hetzelfde is te zien als het menselijk oog zou zien. Bij telelensweergave is het beeld smaller, maar zijn er wel meer details te zien. Een telelens is dan ook geschikt voor objecten die ver van de camera zijn verwijderd.

Vast, varifocus of zoom                                

Naast het beeldveld zijn de lenzen van een IP-camera onder te verdelen in drie types;  vaste lenzen, varifocus lenzen en zoomlenzen.  Een vaste lens is het meest eenvoudige lenstype en heeft één vaste brandpuntafstand. Dit betekent dat er één zicht met de camera mogelijk is zoals hierboven beschreven. Dus of normaal, of telelens of groothoek. Een camera met een vaste lens is dan ook het meest geschikt om stilstaande objecten te observeren, omdat een dergelijke lens niet op een beweegbare camera geïnstalleerd kan worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de toegang van een industrieterrein.

Opnieuw scherpstellen

Een varifocuslens heeft verschillende brandpuntafstanden die handmatig of automatisch kunnen worden bediend. Een varifocuslens moet wel na iedere wijziging opnieuw scherp worden gesteld. Voordeel van een varifocuslens is dat camera’s met zo’n lens voor meerdere doeleinden gebruikt kunnen worden. Dus voor objecten die ver weg zijn, maar met een kleine aanpassing kunnen ze ook dichtbij filmen. Dit mogelijke nadeel van opnieuw instellen kent een zoomlens niet. Deze kan onbeperkt in- en uitzoomen, zonder dat de lens opnieuw scherp gesteld hoeft te worden. Zoomlenzen worden toegepast in zogenaamde PTZ-camera’s. Dit staat voor Pan Tilt en Zoom. Naast het in- en uitzoomen kunnen deze camera’s van links naar rechts en van boven naar beneden bewegen. Dat maakt ze dan ook zeer geschikt om (groepen) mensen of objecten te volgen en in de gaten te houden. Denk hierbij aan openbare gebouwen of winkels. Dergelijke camera’s worden ook door de politie gebruikt om straten of grote mensenmassa’s in de gaten te houden.

 

Dit is het tweede artikel in een reeks over IP-camera’s. In de andere artikelen gaan we dieper in op :

De basistechniek

De chip (sensor)

De software